Verschillende boeren en tuinders kiezen heel bewust voor deelname aan de GLB-pilot Sectorale Bouwstenen. Een van hen is fruitteelster Lena Zevenbergen.
“Op ons bedrijf zien we de natuur als een partner. Alleen is het lastig afspraken maken met die partner.” Het is de ervaring van Lena. Samen met man Bas runt ze een akkerbouw- en fruitbedrijf zo’n 20 minuten rijden van Rotterdam in Klaaswaal. Lena en Bas telen peren en proberen zoveel mogelijk gebruik te maken van de kracht van de natuur op hun bedrijf.
“Oorwormen zijn een heel belangrijk insect voor ons. We proberen ze dan ook alle ruimte te geven zodat zij schadelijke insecten opeten en wij minder gewasbeschermingsmiddelen hoeven te gebruiken.” Langs de percelen met peren wordt er ook volop geëxperimenteerd met gemengde hagen. “We proberen nieuwe plantensoorten tussen de bestaande windhagen te poten en kijken welke positieve effecten dit op de biodiversiteit heeft.” Een gevarieerde haag trekt waardevolle insecten . “Door de windhagen is er wel sprake van vreetschade door vogels, meer dan 1.000 euro per hectare. Het is dus geven en nemen met die natuur,” legt Lena uit. “Welke effecten deze variatie op deze schade geeft, moeten we ondervinden en eventueel bijsturen.”
De natuur is soms ook haar eigen vijand. “Zo zijn we onlangs gestart met om en om maaien van de grasstroken in de boomgaard zodat naast insecten, kleine diersoorten de beschutting van het hogere gras hebben tegen roofvogels.” Dit soort maatregelen kost extra tijd, energie en geld. Toch blijven Lena en Bas hierin investeren. “Het is een combinatie van de liefde voor de natuur en uitzoeken hoe we diezelfde natuur ook in ons voordeel kunnen laten werken. Leren wat werkt en wat niet en het volgende keer nog beter doen.”
Lena streeft naar een reële vergoeding voor de duurzaamheidsmaatregelen en het beheer van het landschap die boeren en tuinders treffen. Maar wel met minimale lastendruk. “Het beheer van een bloemrijke akkerrand kost bijvoorbeeld veel extra arbeid. Als het aanvragen van een vergoeding dan ook nog veel tijd kost en foutgevoelig is, wordt het nemen van zo’n maatregel steeds onaantrekkelijker. We moeten dus toe naar maatregelen die en de juiste effecten hebben met minimale administratie. En hiervoor moeten wij als sector zelf input leveren richting de schrijvers van het Nationaal Strategisch Plan (NSP).”
Het ministerie van LNV, provincies en waterschappen schrijven momenteel aan het NSP dat de Nederlandse plannen voor de invulling van het nieuwe GLB na 2021 bevat. Boeren en tuinders mogen meepraten over deze invulling via de pilot Sectorale Bouwstenen. “Ik vind het belangrijk dat wij onze kennis en ervaring delen met de mensen achter het bureau die de plannen uitschrijven. Daarom dat ik ook gehoor gaf aan de oproep deze zomer om naar één van de bijeenkomsten van de pilot te komen om mee te denken over geschikte maatregelen. Wat we met zijn allen in ieder geval niet moeten willen, zijn maatregelen die op papier goed lijken, maar in de praktijk niet werken. Of die zelfs tegen je gaan werken. Daarvan hebben we er al te veel. Daarom moeten we als sector de kans grijpen om mee te praten, ook al lijkt 2022 nog ver weg.”
Naast de vertaling naar de praktijk en de minimale administratie, vindt Lena flexibiliteit in het nieuwe GLB belangrijk. “Ik gaf het al eerder aan, met de natuur is het lastig afspraken maken. Werkt een bepaalde maatregel niet zoals verwacht, dan moet je hiervoor niet meteen gekort worden. De natuur kan nogal wispelturig zijn. Wat dat aangaat is het ook vooral proberen, leren en verbeteren.”
Wil jij er net als Lena voor zorgen dat de maatregelen binnen het nieuwe GLB duurzaam, doelmatig en boerderijproof zijn? Laat dan je stem horen door de enquête in te vullen of mee te praten tijdens de winterbijeenkomsten.
Benieuwd naar het volledige verhaal van Lena Zevenbergen? Klik dan HIER
